344 E- P. SWAGERMAN OVER BE
zelve vergrootendeontdekte ik daar in
een negental van ongebooren Infekten,
zo als in Fig. 2 met A. word aange-
weezen, welken ik om derzelver byzon-
dere leggingben verpligt geweest niet
grooter te doen afteekenen, om veel
verwarring te voorkomen.
22.
Na deeze afbeelding liet ik die, wel
ke met Fig. 3. word aangeweezen, in
gereedheid brengen. Dees, die na ge
noeg de natuurlyke grootte heeft, heb
ik in geen anderen (land konnen ptaatzen
om eenigermaten het holle en bolle deel
daar van aan te wyzen. Want Fig. 4.
dat hetzelfde Voorwerp vergroot, maar
eenigfins in eenen fchuinfchen ftand als
op den Rug vertoont, heeft door de
gemelde plaatzing zyne holle of buikach
tige gedaante verlooren. Door dit mid
del nogthans vertoonen zich de fprieten
A. A. de Lans B. en het krom ilaande
deel C. het welk waarfchynlyk het voor-
naamfle gedeelte van den Bek uitmaakt,
wei 't allerduidelykft. Evenwel ben ik
verpligt geweest, om dit laatstgenoem-