264 JOAN FERD. ELLERBEEK moed in, en zorgde, zoo veel moge- lyk, dat hun geen verdriet wierde aan gedaan, en daar door warenze van zei ven gewillig, om in de opene lugt te wandelen. Zorgvuldig moeten deze lyders zig wagte-n van alle zwaare fpyzen, van gezouten vleelch en fpek, dat doode- lykis; en daar op zee geene gelegen- heidis, om denzelven groente te ver- zorgen, is ryst. en gort metcorenthen en rozynen derzelver beste fpyzeof wat foup van mager fchaapsvleesch daar al 't vet is afgenomen; de beste drank is, water, door een gloeijend. yzer gezuiverd, metazyn, oflamoen- Zap en fuiker gemengd; of een drank uit water, Tamarinde, wyn en zuiker bereid. Verder moet wel gezorgd wordendat derfcorbutiken kleederen droog gehouden worden; dat hunne legplaatzen lugtig zyn, matig warm, en hun hangmat en dekzel geduurig gelugt, droog en zuiver gehouden worden. Dit ook is noodzaakelyk ten aanzien van de plaats, waar in zy hun gewoon verblyf houdendeze moet vooral door kruidbollen, met azyn ge smakt, gerookt worden, mitg de ly-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 706