5 6 J. HARGER OVER HET
verarmde Dorpen zouden dan niet be
hoeven te weigeren bedeeling aan hun
ne Geïndemneerdens te geven noch
bezwyken onder die lasten, welke zy
van buiten, door hun geïndemneerde
Inboorlingen nu noch moeten draa-
gen.
Ik zwygemet opzetvan alle de
moeielykheden, abuizen, geld-weige-
ringen, onder voorwendfelen, van gee-
ne order ter bedeeling te hebben ge
geven als tot dien tyden onder de
ze en die bepaaling; menigvuldigfchry-
ven en andere onaangenaamheden
meer die 'er voor Diakonen en Arm
bezorgers minder zouden zynen zy
dus meer in het vermogenom an
dere zaaken beter na te kunnen gaan,
dat geen gering voordeel zoude te
wege brengen.
Doch is men 'er vooren zal de
zaak dan in 't algemeenten nutte
der Diakonyen worden behandeld en
uitgevoerddan dienen de Acten even
redig en op een gelyken voet te zyn;
dan dienen alle vreemdelingen van
wat ftaatof Religie zonder onder-
fcheid, nergens in te komen met voor
nemen van zich in deze of geene Stad
ne-