der CIV waar by werdt goedgevonden, een zege] te doen maken op naam zyner Majedeit als Graave van Zeeland, en daar op, rondom 's Konings wapen, te dellen: Philip. D. G. Plifp. Rex. Comes Zeeland. Men zou daar mede alle Hukken zegelendie op en uit naam van den Graave van Zeeland dienden gefchreven en afgegeven te worden Dan, 'tge ne onze opmerkinge verdient, men befloot te ge- lyk, om welke redenen zulks ook moge gefchied zvn, den ftempellnyder te belasten, dat hy dit werk moest geheim houden Evenwel zocht men, federt eenigen tyd, en naderhand, hulp en onderftand by andere Mogendheden dan in Enge land dan in Frar.kryk dan wederom by den Keizer en de Ryks- Vorden. De uitkomst beant woordde of in 'e geheel niet, of zeer flaauw, aan de verwachtinge der Nederlanderen: die, echter, hier door genoegzaam toonden, hoe diep hunne zaaken vervallen waren, hoe weinig moeds zy op eene gelukkige uitkomst hadden, en dat zy, naar de aanmerkinge van een groot Man wel on der een' Heer konden en wilden daandoch on der geen' Spanjaardof ten minden niet onder de wreede en gewelddryvende Landvoogdenuit Spanje herwaards gezonden. Hoe kwam het toch dat niemand der Vorden deze fchoone gelegenheid wilde waarnemenom zich volkomen meeder van deze Landen te maken? Was de reden hier van te zoeken in hunne zedigheid, vergenoegdheid, en ongezindheid om de paajen van hun gebied en macht wyder uittezetten? Dit is zelden het zwak (k) Notulen van Zeeland, 17 April 157S. (1) <5 roti us, Armal. lib. iv. f.89,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 106