[cxix
ïloomfche Ryk. Wie de fchryver van dit Vef-
bondfchrifc, en bvzonderlyk van deszelfs inleidïn-
ge, geweest zy, is my onbekend; doch dit wete
ik, en ziet elk met mydat hv de wanre belangen
van ons Vaderlandnaar de gelegenheid van dien
tyd, op 'tnaauwkeurigfte doorzag en inden grond
verllond. Dit zal ons nader blyken, wanneer wy
het oog wenden naar de voornaamfte punten dezer
Unie. Eenige Neaerlandfche Gewesten verbon
den zich, om, ten eeuwigen dage, zoo vereenigd
te blyven, als of zy maar ééne Provincie waren,
zonder zich ergens door van één te laten fcheiden.
Elk Landfchap, iedere Stad zelfs, behiefdt zyne
byzondere voorrechten, vryheden, gewoonten,
gerechtighedendoch zy zouden malkanderen by-
ftaan, met Ivf, goed en bloed, tegen alle geweld,
hun op 's Konings naam, of van zynen wege,
aangedaan, om welke oorzaake het ook mogte
zyn. Dit is de ziel der Unieen zoo lang deze
huisvest in 't gantfche lichaam der Vereenigde
Nederlanden, blyfe ons heil beftendig, ons leven
hoe zeer fomtyds aan 't kwynen gebtagt, geduur-
zaam cn onafgebroken. Men dacht derhalven coen,
gelyk in onze dagenwanneer zulks niet meer
voor eene doodwaardige misdaad gehouden wordt,
dat elk der Vereenigde Gewesten de Oppermacht
aan zich behoude, en dat dezelve door een vry-
wiliig verbond van vereeniginge aan niemand, wie
hy zyafgedaan worde. Daarenboven, het Staat
kundig oog kon, op dien tyd, wel vooruitzien,
dat een of ander Gewest, buiten eigen fchuld,
en door overmacht van vyandelyke wapenen, van
het Bondgenootfchap zou losgerukt en voor een'
fcyd afgefcheiden worden. Gebeurde dit, wat
moest