CXXI {lagen en ondernemingen beftiert;de verwerking der Stedenwelke beter in een' tyd van ruste, dan wanneer de vyand voorde poorten is, gefchie- den kan; het heften der gemeene middelen, zonder welke geen Land zou konnen bettaan, of tegen den aanval van vyanden beveiligd worden; hermaken vanbefland, oorlog en vrede, terwyl men in een' tyd van vrede behoort bedacht te zyn. op den oorlog, om niet overrompeld en weerloos bevonden te wordenin een' tyd van oorlog den vyand met kloekmoedigheid en wys beleid moet onder de oogen zien, om niet overwonnen of tot een' lafhartigen, fchandelyken en nadeeligen vrede genoodzaakt te worden, en by het fluiten van een beitand zorgvuldigst dient in acht te nemen, dat het geen voedfel aan zorgeloosheid en werkeloosheid geve, of de vyand alleen 'er dit nut uit trekke, dat hy gelegenheid hebbe zyne krachten te ver zamelen en naderhand des te geduchter worde verder, het aangaan van verbonden met nabuurige Ryken en Vorlten, die, fomtyds, ennoodzaakelyk en nuttig zyn, doch op andere tyden een Gemeene- bestin veele moeilykhedenen langduurige oorlogen inwikkelen; het aannemen van nieuwe Leden in dit Verbond, waar omtrent, vooral in dien tyd, de uiterfte bedachtzaamheid hoognoodig was, om door geen nieuwe Bondgenooten verfchnlkt en ten ondergang gebragt te worden; de bellelling der muntzaaken, een gewigtig Huk en van het grootlte aanbelang, allermeest in een Land, welks bloei en grootheid van den Koophandel onaffchei- delyk zyn; het ftuk van Godsdienst, die zuil van den Staat, weinige dagen later nader verklaard en zoo bepaald, dat de Hervormden in dezen veilig g wa-«

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 123