CXXIX van Uwen leeftyd; in twee volgende eeuwen kon den weinigen U evenaren, ik laat liaan, overtref fen; en noch blyft Gy de bewondering der beste vernuften en fchranderfte Staatkundigen van on zen tyd. Werden Uwe naamen waardig geoor deeld, om in 't koper gegraveerd te worden; zy zullen noch veel dieper en geduurzaamer in 't ge heugen en hart van onze Vaderlanders gegraveerd blyven, en met den meeflen roem vermeld wor den, zoo lang Nederland, Godsdienst, Vryheid en Dankbaarheid zullen aanwezig zyn. Dan, zal misfchien iemand met eenige verwonderinge vra gen, ontmoet men, in dit luillerryke gezelfchap der BondgenootenPrins Willem van Oranje niet? hem die goed en bloed voor deze Republyk durfde wagen? Waren de onderhandelingen over zoo een gewigtig Huk buicen hem begonnen en voortgezet? nam liy geen kennisle van 't fluiten dezer Unie? of werdc die Vorst door menlchen- vrecze en eigen belang weerhouden, om de ver- gaderinge tan dien dag bytewonen, en daar de Unie te onderteekenen? Niets van dit alles hadc plaats, fchoon het waar is, dat die Vorst zich, op dit pas, niet te Utrecht bevonde. Zyoe ge- vvoone voorzichtigheid, onbefchryfelyke wysheid en ftaatkundig doorzicht geboden hem de on- derteekeninge der Unie noch eenige weken se ver- fchuiven. Wie bemerkt echter niet, dat de geest van Oranje de Bondgenooten bezielde en in hunne vergadcringe op cene onzichtbaare wyze, tegenwoordig was? My dunkt, ik zie de blyd- fchap op 't aangezicht der Bondgenooten ver- iprcid ik hoore hen van vreugde in de handen klappen; malkanderen geluk wenichcn; tot ge trouwheid flandvasdgheid en eensgezinde ge- VQ2u

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 131