l8 VERBETERING
lyk ware het, dat ook dit gebrek in de Ste
den by Schoolmeefters en Sehoolvrouwen (by
welke men gewoonlyk de kinders in hun
ne vróegftejeugd, by voorbeeld van het 4
of 5de tot het 7Je of 8:fte jaar ter fchool be
itelt,) niet te veel plaats haul
Zy fehynen te gelooven, dat, zoohaast
men de letters kentde lettergrepen en
geheele woorden agtervolgends uitfpreekt
't geen men lezen noemt, zulks dan ge
noeg is; gelyk ook in 't van buiten opzeg
gendat het al zeer wel is, wanneer dit
volgends 'tgeheugen, en zonder haperen
gefchiedt, al is 't dat men niets begrypt
van 'tgeen men opzegt, en zelfs deze en
geene woorden uitlaatvan welke fomtyds
de geheele zin afhangt, waar door alles
wat men hoort niets anders gelykt, dan
loutere brabbeltaal, nemende ook de moei
te niet om die jonge knaapen te berispen
of te verbeteren, zoo zy valfche toonen
hebbenof in zekere teeminge valleniets
't welk zeer eigen is in 't opzeggen aan
veele fchoolieren. Een gebrek, dat vee-
len altoos byblyft, en dat zelfs fommige
Proponentenja hundie aireede Leer-
raars zyn, in 't voortbrengen hunner Pre
dikatiën, nog aankleeft: en't welk, vol
gens de aanmerking van den Heer P. Re-
gues9