2p VERBETERING
te zeggen aan den lesfenaar van den Mee-
iter fiaatdie nog werks genoeg heeft, van
wegen het algemeen gerammel en geraas
zynen kleinen fchoolier wel te verltaan
en naar behooren zyn feilen aan te wyzen
en te verbeteren. En hoe gefchiedt
veeltyds het hoeren en opzeggen van de lesfen
by hen die /pellen of lezen? de Meelter
praat zynen leerling van letter tot letter,
van lettergreep, tot lettergreep,- voor, en
dat weeken en maanden achter elkande-
ren fommige lezen dus met dit be
hulp van den Meelter, in den Catechis
mus of de Euangeliën, daar zy nog nauw-
lyks in Itaat zynom de letters van eene
lettergreep, of de lettergreepen van een
woord wel zamen te voegenen behoor-
lyk uittefpreken waardoor het niet te
verwonderen isdat kinderendie reeds
verfcheidene maanden hebben ichool ge
gaan dikwyls na dien tyd niet veel geöef-
fender zyn dan wanneer zy eerst ter
fchool gezonden werden. Hoe veel
beter ware heteene behoorlyke itilte
geduurende den tyd tot hetleeren gcfchikt
in de Ichool te doen in acht neemen; de
kinderen daar aan te gewennenallen
zoo veel mogelyk te gelyk bezig te hou
den op zulke of diergelyke wyzeals ik
zoo ftraks melden zal, als ik aan de ver
beter-