DER SCHOOLEN. 23
die meer geeftigheid dan kwaadaartigheid
aanduidt en zoortgelyke kleinigheden 9
welke ten hoogllen eene kleine berisping,
en vriendelyke onderrichtinge verdienden
zullen fomtyds in toorn en woedende
drift geftraft worden als ware 'er de
grootlle godloosheid bedreven; niet min
der byna dan de zedelyke misdaad van
zulk cenendie zich aan opzettelyk be
drog en leugentaal, aan kleine dieveryen,
of, hoe zeer ook gewaarfchouwdaan een
fchandelyk vloeken en ontheiligen van
Gods gedugten naam of zoortgelyke zon
den heeft fchuldig gemaakt.
Een handehvys voorwaar welke de
fchoolieren eene wonderlyke zedekunde
moet inboezemenen de gemelde dingen
ten naastenby in den zelfden rang van ze-
delyk kwaad doen Hellen
Een grillige geffrengheid van zulke
Meelters welke de kinders voor hen
fleeds benaauwd maakt; en byna zoo bang
voor 't fclioolgaan als voor den dood doet
worden.
Niets is hun aangenaamerdan daar van
hevryd te worden daar integendeel het
zelve met lust en genoegen diende te ge
il 4 fchi.e-