fchieden, en het onderwys in de fchoo ]enwaar van veele kinderenuit de na tuur meest al eeniglyk tot hetfpelgeneigd, buiten zulk eene onredelyke geftrengbeid, afkeerig genoeg zyn, zoo aangenaam als mogelyk is, diende gemaakt te worden. En nimmer behoorden 'er. kastydingen plaats te hebben in drift of toornnim mer dan in eenige evenredigheid met de gepleegde misdaad, en na voorgaande over reding, dat dezelve wel verdiend waren en alleen uit zugt en liefde tot het wel- zyn van de kinderen met een klaar.eil weerzin van den Meefter gefchieden. By 't geen gezegd is van de manier van qnderwysen iugtoeffening in verfcheidcno ichoolen kan men, myns oordeels, nog eenige andere wezenlyke gebreken voe gen dat van eenige dingen geen werk gemaakt wordt, welker kunde echter voor elk van 't grootde belang moet gerekend wordendat men 'er zich niet genoeg op toe legt, om van jongs af aan, het oor deel der kinderenen oudere fchoolieren te fcherpen. Het van buiten leeren be- flaat meestal in memorie-werkzonder oor deel VERBETERING 12.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 166