DER SCHOOLEN. 33 dochtermet zulk een' lust bezieldbe letten om zich daar toe bekwaam te ma ken? en wat zou een wel opgevoed jongman weerhouden, om dat beroep, ook zelfs, althans vooreerst, op een Dorp te aanvaarden zoo men zich maar van het denkbeeld der verachting of minachting by lieden van cenig fatfoen, naar den uitter- Jyken fchyn, aan dit beroep verknogt, ontdoen konde Hoe wenfchelyk zoude het zynwan neer zy, die dezen gewigtigen last op zich nemen, zich fteeds uit edelmoedigebegin- zels in dat werk bezig hieldenmeer met dat heerfchend oogmerkom waarlyk nut tig te zyn, aan Kerk en Vaderland, dan enkel om der voordeels wil! En, fchoon het ten hoogden billyk 1*3 dat dezulken voor hun zwaar en moeije- lyk werkeene behcorlykeen zoo veel mogelyk, ruime bezolding genieten, dient den zodanigenwelke tot dezen post ge- fchikt en opgeleid worden, al vroeg te worden ingefcherpt; 't geen zy zich ook fteeds moeten voor den geest brengen; dat het bevorderen van den welftand der Maatfchappy hun voornaam doeleinde zyn moet; waar in edelmoedige zielen, (lagen y 111. deel. zy

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 175