DER SCHOOLER 6l van waare befchaafdheid eener Natie draa- gen kan daar uit voornaamlyk zal moe ten voortvloeijen. S 24. 't Geen voorts in alle Meejïers-fchoolm moet geleerd worden is het nauwkeurig [pellenzoo wel uit het hoofdals uit de fchoolboekenprompt lezenpsalmzingen net en duidelyk fchryvenen wel cyfferen althans tot zoo ver, dat men den regel van drieën wel verflaathet welk in alle ftanden, ook in de huishouding, aan de meeflen in 't vervolg, wel te pas komt. Een Meefter echter, ook op een Dorp, behoorde wel wat verder te zynen ten minften ook de Hoofdfpeciën van Addi tie Subflr actie enz. in de gebrokene ge tallen te verflaanof 'er zyn mogten on der zyne leerlingendie fmaak in 't cyf feren vonden, en zich verder begeerden te oeffenengelyk men ook zelfs eenige kundigheid van de gebrokens dient te heb ben om eenige fommen uit den regel van drieënwelke door Bartjens of Coutereels zyn opgegeven, wel te kunnen cyfferen. Schoon ik toefta, dat men, ten aanzien van dit laatfle, als voor veelen minder noo- digop fommige kleine dorpen eenige toe gevend-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 203