XIX
daar aan door de Academie def
Weténfchappen te Parys gegeven.
De Schryver laat voorafgaan een
bericht nopens den aart van het
Biscuit3 of Tweebak; de kennis9
welke de ouden daar van gehad
hebbenden oorfprong der wor
men van verfcheiden foorten die
'er nadeel aan toebrengende
dwaasheid van zulken, die zich
verbeelden., dat die wormen niet
van buiten inkomen maar als uit
zich zeiven voortkomen en die5
uit hoofde van dit vooroordeel 3
op geen middelen bedacht zyn5
om het Biscuit voor dat fchadelyk
gewormte te beveiligen; en het
groot verlies 3 hier door in ver
fcheiden jaaren geleden. Hy toon^.
wyders de ongenoegzaamheid der
middelen., te voren tegen dit kwaad
uitgedacht en in 'twerk gefteld5
fchoon Hy dezelven niet als ge
heel nutteloos wil befchouwd heb-
**2 ben.