DER SCHOOLEN, g3
de Meefter zelf, terwyl hy de benedenfte
Clasfe het geloof of eenige korte Spreuken
laat opzeggen, tusfchen in, daar over een
of andere eenvoudige vraag doen dan aan
die, dan wederom aan een ander van de
hoogere Clasfen, die door zulk eene ge
woonte van den Meefter oplettend gemaakt
worden, gelyk de Meefter ook niet ver-
geeten moet den leerling eenigen lof te ge
ven die hem 't best beantwoordt en de
meefte oplettenheid toont.
Voorts moet over de les uit het kort be
grip en den Catechismus behoorlyken op
eene eenvoudige wyzeworden gecatechi-
feerd; dezelfde vraag, die nlen niet kou
beantwoordenen daarom door den Mee
fter zeiven beantwoord werdt, kort daar
op nog eens herhaald worden opdat
men zie of de zaak wel gevat en onthou
den zy, dit maakt oplettendheid op 'tgeen
tot hunne onderriclitinge gezegd wordt:
te meeromdat de Meefter zyn genoegen
toont, over dezulken, welke hem niet
vrugteloos even te vooren het een of an
der hadden laaten zeggen of ophelderen.
Tot zulk eene ocffening behoort een gerui
me tyd gefteld te worden; by voorbeeld
het grootfte gedeelte van den Woensdag
morgen
F En