gedeelte uit de Bybelfche of Vaderlandfche geschiedeniswaartoe mogelyk op de ande re DER SCHOOLEN. 87 zal bet zeggen het oud gebruik pleit voor het eerfte. Taalkenners echter meenen dat de w reeds het zelfde isals een dubbelde u waarby men geen derde voe gen mag moet men fcbryven achten of agtenge zicht of gezigt enz. in 't eerlte woordwordt by my agt ccio gefchreven met een g, maar in de uit drukkingen ik achte hy acht met een ch onder- fcheidshalven, waartoe ik in andere woorden wederom geen noodzaake vinde. Moet men fchryven hy looft hy lie ft enz. of loovt lievt het laatlte zal iemand zeggenwant het werkwoord is lievenlovenzulken die zoo zeer voor 't gebruik van de v zyndat zy zelfs fchryven hy heevtfchoon 't werkwoord niet is heeven en men nergens heeftwyzy enz. heeven neen zegt een ander, dit is groote dwaasheid de v komt op 't einde van een lettergreep niet te pasal is aelfs 't werkwoord lieven looven enz. onze taal is ryk in letters wy hebben daar de vooren het past ons die in zulke gevallen te gebruiken. Voorts wanneer moet ik in 't meervoudig getal één en wanneer twee klinkers gebruiken moet ik fchryven oor en oogen of oren ogengelyk fommigen doen? het eerlte zoude ik verkiezen, al mogt men al in het oud duitsch in 't enkelvoud gefchreven hebben oge ore thans fchryft men oogooren iemand die de taal niet volkomen, magtig is, zal by voorbeeld in zyn Woordenboek, wanneer hy de betekenis van oogen of ooren weteu wil niet zoeken, og maar oogniet or maar oor. En laat my iemand van onze grootfte letterbaazen eens regt zeggenwanneer ik hen en wanneer ik hun fchryven moetin fommige gevallen is 't onwederfprekelyk neem eens wanneer ik zeggein den gevenden naam val ik heb het hun gegeventoegejlaan enz. maar moet ik 1111 zeggen aan hun? Ja zekerlyk, zegt de een, het is en blyft de Dativus of gevende naamval neen F 4 zegt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 229