88
re dagen in de week fomtyds ook wel
een half uur of een quartier uurs zou kun
nen hefteed worden.
Den
VERBETERING
zegt een anderzoo dra 'er voor het voornaamwoord
pronomeneen zeker voorzetzelkomt, is hetonveran-
derlyken men moet altoos fchryven aan hen voor hen
vandoor hen enz. wie nu heeft hier gelyk? ik kan
het niet beflisfenen wie zal het doen meermalen
heb ik over dit laatfte en foortgelyke zaaken, lang-
duurige en ernftige lchoon vriendelyke, twistrede
nen by gewoond van mannen die men onder de
grootfle kenners van onze taal rekent, zonder dat de
een in ftaat was den anderen te overreden. Duizend
andere byzonderheden van dien aart, zoude ik nioge-
lyk nog kunnen bybrengen't geen mannendie de
Latynlche of Franfche taal maar middelmatig verdaan,
zal doen verkiezen liever in die, dan in hunne eigene
moedertaal iets te willen in 't licht gevenom niet
onderworpen te zyn aan de berispingen van fommige
oudere of jongere letterbaazen in dingen waarover
zy zelve het niet regt eens zyn en waarin zy van
hunne keuze naauwlyks eenige bondige reden weeten
te geven. Is dit zoo? weten zulke groote Taalkundi
gen het niet, hoe zullen het deSehoolmeeders weten,
en op goeden grond hunne Schoolleren leeren? 't zou
danmyns oordeelsaamnerkelyk dienen tot verbe-
teringe en befchaavinge van de Schooien, zoo wel,
als om eens eindclyk onze moedertaal in zulke en
andere byzonderheden op ecnen vasten voet te bren
gen, wanneer een Nederduitfche Grammaticadoor
drie of vier kundige Mannen opgeftelden door pu-
blicq gezag bekragtigdin alle Schooien van Neder
land wierd ingevoerd, 't Is my om 't even hoe men
omtrent de verfchillende fpelwyze van fommige woor
den bepaaling maakt, ah het maar bepaald ishoe
pen fchryven moet9 aj wilde men in fommige geval-