DER SCHOOLS K. IO0 althans voor één of twee onder een getal by voorbeeldvan vyf of zes kinderen zouden kunnen betaalen, wat zwaarigheiden hoe weinig zal dit ten aanzien van de andere Schooien geven of nemen kunnen? 3. Behalven dat ik my vastelyk verbeelde, dat wanneerby een behoorlyk examen overal de bekwaamheden van eenen Mee- fter blyken moeteneer hy kan worden aangefteld, en niet langer, elk die wil, 't zy hy bekwaam is, of niet bekwaam, maar een School oprichten of overne men kan; en de Schooien volgends de opgegevene of foortgelyke School-re glementen moeften worden ingericht onder 't opzicht van kundige, en ge trouwe Schoolarchendat, zeg ik, in dat geval, het getal van Schoolmeefters op veele plaatzen niet te groot zyn zou de, en dat zulke bekwaame Meefters, by die goede inrichting van hunne Schooien zich over een al te klein getal van Schoolieren over 't algemeen niet zouden behoeven te beklagen. 4. Om niet te zeggen, dat het ge.al der Schooien en Schoolmeefters naar even redigheidvan de grootftederonderfchei- dene

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 251