DER SCHOOLS N. II*
van derzelver opvoeding en onderwyS
maar behoorlyk werk kon gemaakt wor
den en gegoedde lieden wel eens wei
nig van kinderen bedeeld, of ook wel
geheel kinderloos zynen ondertusfchen
de geheele maatfchappye in de voordee-
len van die Schooien deelen zou
S 34-
Dit vooraf over de noodzaakelykheid van
Diaconye- of andere Schooien hebbende
aan-
Iets dergelyks fchynt men gehad te hebben in
de beroemde Zedenfchoolen der oude Perftaanen. Al
thans die werden ook niet door gemeene loon-trek
kende Meefters beftierd. Van welke Perfiaanfche Schoo
ien men uit de Cyr opce die van Xenophon eenig berigt
kan vinden in de Algemeene Hijlorieuit het Èngelsch
vertaaldby Waterbaan D. IV. p. 477 en 478.
Die Schooien dienden om de liefde tot de deugd
en een afkeer van de ondeugd inteboezemen.
Om dit oogmerk te bereiken mogteu de Oudersvol-
gens de Wettenhunne Kinderen zulk eene opvoe-
ding niet geven, als zy wilden; maar moeiten hen,
naar openbaare fchoolen zenden alwaar ze met
groote zorg werden opgevoed; tot dat ze dea
ouderdom van zeventien jaaren bereikt hadden.
Deze Schooien ftonden niet onder het opzigt van
gemeene loon-trekkende Me eft er?maar werden be-
5, ltierd door luiden van den eerden rang en de beste
zeden. Die in deze Schooien niet waren opge-
voed werden van alle bevordering en beampteF-
uitgellooten.