114 VERB ETERING
i
indien de fondfen niet toereikende mogten
zyn, dezelvevooreerst althans, niet kun
nen neemen, uit de bekwaamden, in de
Wek- of Armhuizen, waar men fomtyds
geen ongefehikte jongens of jongelingen
in de fchool heeftwaar van men fommi-
gendie lust en genie hebbentot Onder-
meeders in deDiaconye-fehoolen kon aan
brengen en opleiden, die zich, onder het
opzicht van den Meeder, van tyd tot tyd
al meer bekwaam zouden kunnen maaken.
Dezen kon men buiten aanmerklyk be
zwaar of onkosten tot Ondermeeders aan-
ftellen mits by hunne aanllelling niet
zynde beneden de agtien, noch boven de.
vyf en twintig jaaren terwyl ik in de
Meeders zelf van zulk een zwaar en wer-
kelyk fchoolby hunne aanllelling den
ouderdom van dertig of ten mindenzoo
hy in bekwaamheden mogt uitmuntenvan
agt en twintig jaaren vereisfchen zou.
Uit zulke Ondermeeders't zy dan uit
de Godshuizen of van elders gekoren,
konden met den tyd de bekwaamde School-
meeders voor andere Schooien, ook ten
platten lande gebooren worden ja zelfs
zulkenaan welke by vacatuure van de
School, uit hoofde van hunne bekwaamhe
den,