DER SCHOOLEN. 141 wel te weten, om de gezegde obfervatie op den afftand der Maan van dezelve van tyd tot tyd te leeren doen? Hoe voordeelig inzonderheid Jupiter met zyn gezeifchap in derzelver ftand wel te kunnen vinden en waarnemen daar zy zich nu by gebrek van deze kundigheden met hunnen Klaas de Vries of Gietermaker die immers op alle plaat zen de nauwkeu- riglfe aanwyzingen niet doen kunnenbe~ helpen moeten. Schoon men in gemelde Schry versdie waarlyk hunne verdienften hebben onderfcheidene propofitien heeft tot het vinden en berekenen van de breed te en lengte uit het waarnemen van beken de Sterren, en welke propofitien zy, die zich tot de zeevaart lchikkenwel op hei papier leeren uitcyfferen en bewerken, maar waar van de meeftenby gebrek van de kennis dier Sterren aan den hemel, op zeeom de waare breedte ce vindengeen gebruik kunnen maaken. Zynde het onder de hemelfche lichaa- men alleen de Zon waar op zy met hun Peil - compasOilant-Graad- of Azimut h- boog alleen gewoonlyk de volftrekt noodige waarnemingen doen moeten. Daar

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 283