DER SCHOOLER 145 en Cauda LeonisSpica Virginis &c. welke by eene goede Helling van de Glo be byna van zelf gekend en door eenen goeden Onderwyzer, der Jeugd al vroeg zeer gemakkelyk kunnen geleerd worden. Zoo veel wetenfchap van de Mathefis of Wiskunst, dat men zelf eenige waar nemingen kan doen, zullen zy, die tot de zeevaart worden opgeleidvervolgends krygenwanneer zy onderwys ontvangen in de Stuurmanskunst; behalven dat daar in ook eenig onderwys behoorde gegee- ven te worden in zulke Kunst-fchoolen, in zoo verre, dat men ten minften door gefchikte Onderwyzers eenigen fmaak daar van bekomen konde. Klier leeren zy provisioneel en dit hebben zy dan voor uit, de Globen gebruiken, het Waerelds- geftel befchouwen, de Sterren kennen, de Planeeten in hunne onderfcheidene loopkringen waarneemen, begrypen wat 'er zy van derzelver voortgangfchynbaa- ren HilHand, en teruggangKykers en Telescopen Hellen en gebruiken, de Kunst woorden CulminatieAzimuthAmplitude Dagboogen en loortgelyke verHaan 't welk alles hun aanmerkelyk zal te Hade komenom naderhand binnen een' korten vin. deel. K tyd,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 287