Ï5 6 VERBETERING JIers op te fcherpenin de wyze van Catechi- feren voor te gaanenz. fesf. 17. behoort eik Predikantals een gedeelte van zyn ambt, in t oog te houden, en getrouwe- lyk na te komen: Maar dit betreft, voor- namelyk, het onderwys in den Godsdienst: fomtyds is 't moeijelyk voor een Predikant, 't zy alleenof zelfs met behulp van den Kerker aad en Magiftraat, den Meefter tot zyn' pligt te houdenof zoo hy nalaatig isklagten tegen hem by de Clasfis in te brengen. De Predikant heeft zynen Mee fter dikwyls te veel van nooden, de on derlinge betrekking is te naauw, men kan op fommige plaatzen eikanderen te veel genoegen, of onaangenaamheden verwek ken, en dit doet mogelyk fommige Pre dikanten (want die zullen ook altyd rnen- fchen blyven) hier en daarnaar de fchool weinig omzien. Men behoort derhalvenby 't geen den Predikant en Kerkeraad is, en altoos blyft, aanbevolennog op eenig ander middel bedagt te zyn. Wilde men de voorgeila- gene inrichtingenin alleimmers in de meeJJe byzonderhedenwel waargenomen en op eenen befiendigen voet onderhouden hebben. Zoe»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 298