DER SCHOOL EN. 157 Zoo ik het wagen dürve om daartoe een gevoegelyk middel aan de hand te ge ven het zou uitkomen op dit volgende. Myns oordeels zou het ten gemelden einde allerheilzaamst wezen, zoo 'er door Hoog Gezag Schoolarchen of Infpe&ores der Schooien over onderfcheidene Dïflriiïen ten platten Lande wierden aangeiteld welker post zyn zou: 1. In 't gemeen, het oog te hebben op de Schooien van zulk een Diflricttoe te zien of 'er overal op de Dorpen en in de onderfcheidene buurten gefchikte ge legenheid was tot onderwys der Jeugd; of de Schoolvertrekken wel gefchikt en in behoorlyke orde warendanof daar omtrent eenige verzoeken, tot ver- grooting of verbetering ter plaatze waar het behoort, dienden gedaan te worden. 2. Op zekeren bepaalden tyd de Schooien van zulk een Diftrift op te nemen, met iemand uit den Magiftraat, 't zy Burge- meefter, of Schepen, of Secretaris van de plaats, benevens den Predikant, in tegenwoordigheid van Heerof Am- bagtsheer, van zulke plaatszoo dezel ve daarvan voorzien was, dje van den tyd

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 299