der schoolen. i6$ gebaarden aan te wennenen ingevolge van dit alleszich zeiven als volmaakt wel begaafde Juffers aan te merken. Ik zwyg van de bedenkelykheden die 'er mogen zyn, met opzicht tot het bederf haarer zeden. Dus toegerust komen zv in de groote waereld, enz." Niemand der bevallige fexe zal my dan, vertrouwe ik de gemaakte of verder te maakene aanmerkingen, op 't geen ter haarer op- voedinge in de Franfche Schooien wordt te werk gefieldligtelyk ten kwaade dui den men moge zich verzekerd houden dat dezelve gefchieden omware het mo- gelyk die jonge Juffrouwen aan welke door de gunftige beflellinge der Goddely- ke Voorzienigheid, zulk eene befchaaven- de opvoeding mag ten deele vallen te aangenaamer en bevalli'ger in 't verlicht oog van het weldenkend menschdom, voor den ftand haarer beftemming te gefchikter, en voor de maatfehappye te nuttiger en voordeeliger te maaken. En wie twyffelt 'er aan, daar zulke Juf frouwen en dat fomtyds al zeer fpoedig eenen zeer aanmerkelyken invloed flaan te krygenop den bloeien innerlyken welfland van het Vaderland, daar de be- fchaaving van het verfland, de vorming

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 311