der schoolen. 189 2. Ik veronderftel als eene zaak die elk moet toeftemmen dat men voor deze Schooien naar de bekvvaamfte Mannen tot Rettor en Praeceptoren moet omzienzon der aan gunst of byzondere toegenegen heid voor min bekvvaamen iets toe te ge ven; Maar 't is te gelyk waar, dat de be kwaamheid hier vooral moet gepaard gaan met een Deugdzaam en Godsdienjlig Cha racter. 'Er wordt te veel aan deze Mee- fters toevertrouwdom daarop geen by- zonder acht te liaanniet minder name- lyk, dan het onderwys van Jongelingen, die de bloem van de Natie zyn, Jonge lingen gefprooten uit de aanzienlykfte lie den of uit den deftigften burgerftaat waarvan fommigen voor de eerfte en ge- wigtigfte posten van LandStad of in de Kerk gefchikt zyn. Is de Reffor of Praeceptor een heimelyk verachter vanof fpotter met, den geöpenbaarden, of met den Hervormden Godsdienst, die de Gods dienst van het Land is, welke eenen fcha- delyken invloed kan het voorbeeldhet gedrag, fommige fchertzende gezegden by voorkomende gelegenheden of laffe fpot- ternyen met de bediening van het Euan- geliemet Regtzinnigheid met ingeto gen-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 331