DER SCHOOLER 195 ook wel het Grieksch daar byaan eeneu -aankomenden Jongen of Jongeling te kun nen leeren Te meer heeft men hier een' geruimem tyd noodig, alzoo men de Kinderen thans meestal vry jong op het Latynfche School, bedelt, en op de Latynfche Schooien ook de beginzelen van de Griekfchc taai geleerd worden. Trouwensom de Latynfche taal eenig- zins grondig te verdaan en daarin redelyk wel te kunnen fchryven behoort men eene goede kennis te hebbenniet alleen van de Grammaticamaar ook van de Rhe* torica (zoo de tropi als fchemataen de Dialectica of Logica (Y). Daar in) By de herdelling der Schooien, inzonderheid in de XI. eeuw van het Christendomleerde men de zoogenaamde zeven vrye Ktmften. De eerde trap de zer Wetenfchappen was de Spraakkunstdie door de Redenryk- en Redeneer-kunde gevolgd werd drie. kunlten of wetenfchappen bekend onder den naam vaa het Trivium, een naam in de tyden der Barbaarsch- beid reeds uitgevonden om daar mede de gemelde wetenfchappen te beduiden welke allereerst op de Schooien werden onderwezen, en waarvan herkomdig is de naam van Tri via a ie fchoolen welke men nog gewoonlyk aan de Latynfche geeft. Wanneer de Leer ling nu hierin genoegzaame vorderingen gemaakt had, ging men met hem verder tot het zoogenoemde jQua- N 2 dri*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 337