198 VERBETERING
lyke ambitie behoort plaats te hebben on
der de discipelendar dezelve moet be
waard en aangekweekt worden; dat een
ReBor-, Conrector of Praceptor zich met
alie kragt daar op moeten toeleggen; dat
daar door, meer dan door de vrees voor
eenige ftraf, de vlyt en naarftigheid wor
den opgewekt, en geduurige fpoorflagen
vindenwyders dat in alles wat op School
gefchiedtinzonderheid alles wat om
den prys verricht wordt, gelyk ook in
het beloonen van de naarftigheid, zonder
eenig aanzien van perfoonen de nauwkeu-
rigfte rechtvaerdigheid moet plaats gry-
pen; dat alle bepaalingen en fchikkingen
omtrent de kans om een' prys te bekomen,
moeten zyn naar redelykheid en billyk-
heid; dit alles zyn zaaken, welke ik, als
by elk weidenkenden toegeftemdhier vei
lig mag onderftellen. Maar dit fchynt my
toe een gebrek te zyn 't welk echter op
fommige Schooien plaats heeft, dat men
namelyk al te veel verfchil maakt, tus-
fchen het eene Jhema en het anderedat
men by voorbeeld 10, 20, 30, of nog
meer fouten in de ordinaire themata re
kent tegen ééne fout in een Thema't welk
gemaakt wordt voor 't Examendat is,
gelyk men't anders noemt, voor den Rec
tor of Heeren Curatoren, hoedanige the
mata