DER SCHOOLER 20$ Eenvaardigen Kerkvaderzal ik thans niet onderzoekenmaar dit is zekerdat de Schoolieren veelal zoo tewerk gaan; geen een zin byna, ja genoegzaam geen een woord, van eenig belang, of liet moet opgezogt worden in de Phrafesgetrok ken uit een' of ander AnEleur of ook in de Etymologia of Syntaxis. Dit kan in het begin niet anders wezen en het is zelfs pryslyk maar het moet niet altyd duuren, men vertrouwt daar door te veel op zyn boeken enfchoon men reeds zwaare themata zonder of met weinig fou ten maakt op de Schooiendurft men na derhand nauwlyks een volzin in 't Latyn fpreekenof kan die voor de vuist fchry- venzonder terflond aanmerkelyke feilen te begaan, is 't al niet tegen de Syntaxis ten minlten tegen de Etymologiaik meen tegen de generadeclinatien in fommige naamvallen, tegen de praeterita en fupina der werkwoorden. Vraagt iemand, hoe zal men dit voorkomen of het gebrek eenig- zins verbeteren ik antwoorde het is eene goede zaakdat in fommige Schoo ien de Ignorantien in de lesfen opgetekend, en nevens de thema foutentot het beko men of niet bekomen van een' prysin aanmerking genomen worden. Maar daar enboven kan 'er nog een fpoorflag zyn, ©na

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 347