■J0& VERBETERING
9.
Een Re&or of Praceptor moet, zoo vee!
mogelykzorg dragendat men in het ex
pliceren zoo wel met gemak en plaizier
als met vrugt voortgaat. Om het een en
ander te bevorderen, moet hy niet te veel
gelyk opgeevenen de leswelke t' huis
moet gemaakt wordenalthans in den be
ginne, als men een' nieuwen Auéteur krygt
en tot dat de jonge lieden een weinig aan
zyn ftyl gewend zyndaags te vooren in
School vooraf explicerenof door een dis
cipel van een hoogere Clasfis laaten voor
af expliceren: voorts onder 't expliceren
van zulken Auóteur den zin wel doen ver-
flaanen het fraaie van den ftylde Lu-
min a Orationisik meen de figuratropi
en fchemata enz. doen opmerken.
Ook moet men niet al te fchielyk tot
Ciceronoch Poëtce principesVirgilius of
Horatius overgaan: en komt men tot Ci
cero, de Epiftolae feleffa door Valkenaar
en de Orationes Jeleilce door Zurck uitge-
geevenzyn voor het Schoolgebruik zeer
gefchikt; dan, hier vooral moet men hen
by de elegantienby de tropi en fchemata
ftil houden, en in de Oratien de kragt en
J^unst der argumenten doen opmerkenen