DER SCHOOL EN. 251 zelve gebragt worden. Des oordeel ik, dat men 'er flechts zoo veel als tot ver- kryging van eenige woorden noodig is, gebruik van moet maken; en dat het zeer noodig zy, dat wy, in het opgeven der ver beteringen van onze Schooienden Meefte- ren waerfchuwenom hunne Leerlingen niet meer te doen van buiten leeren dan hoogstnoodzakelyk is. Ik zal in myn twee de deel wel gelegenheid hebben om hier nog iets van te zeggen. Des keer ik tot myn opgegeven plan weder, en durf'er met grond van zeggen dat wanneer men in de Schooien van het zeiven gebruik maekt; de Leerlingen, gefield dat hunne Meefters de grond der tale die zy onder- wyzen zelfs verftaenvry bekwamer dan door het hedendaegsch onderwys zullen worden. Nog zal men hier door dit voor deel bereikendatzy, die op zulk eene wys onderwezen zynte gelyk in den grond van hunne moederfprake zullen kundig wor den het geen maer weinigen van onze Jongelingen gebeurt, fchoon 'er aen hun ne opvoeding noch kosten noch moeite gefpaerd worden. Nu zal ikvolgens myne opgaef, nog fpreken van den aen- leg, het nut en de wys van beftaen dier Schooien. Niets

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 393