268 VERBETERING dacht zyner hoorderen op te wekken en anderen van zelve te doen opmerkendat hy verfbaet, het geen hy leest: Voorzeker moet men den Bvbel anders dan de Courant lezen. Wie weet niet welk een onderfcheid van ftyl 'er tusfchen een dichtftuk en het onrym is? Dit moet een goed Lezer alles in acht nemen. Hy moet de aendacht gaende houdenzich zeiven en anderen ver maken. Hoe nuttig is 't, dat zulks der jeugd ingeprent en duidelyk onderwezen worde? Welk een invloed dit op hun ge drag heeftwordt van weinigen opgemerkt. Een Jongeling die wel kan lezen ver meerdert wanneer men hem Hechts de noodige boeken geeftal lezende zyn ver- ftand men kan hem ligt tot een beminnaer der fchoone letteren maken; en onttrekt hem, dus doende, uit gevaren waar in de onwetende jongelingen vallen. Laet een Meefter op deze wetenfchap zich ernftig toeleggen Dat hy de noodige boeken dacr toe lezede kracht van het geen hy leest verfta. Voor al moet hy zorgen, dat zyn Leerling alle gemaektheid in het lezen leere vermydenen eene eenvoudige on- opgefmuktheid behouden. Wanneer de Schoolmeelters hunne Leerlingen hier in ervaren maken, zullen onze nederduitfche Schooien een merkelyk voordeel beko men. 'Er

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 410