DER SCHOOLEN. 315
opgenoemd zyn. Terwyl de Heeren Be-
ftierders dier Schooien de jeugd, aen hun
ne vaderlyke liefde toevertrouwdmet zul
ke prysjes en uitdeeligen zullen aenmoe-
digen als hunne wysheidde flaet en de
vorderingen dier behoeftige wichten, vol
gens getuigenis des Meeltersvereisfchen
zullen.
Ziet daargeëerde Beöordeelaersmyne
aenmerkingen over deze Schooien; ik heb
hier in weder iets, ja voorzeker zeer veel dat
ter befchaving en verbetering dier Schoo
ien kan flrekkenopgegeven. Nu ben ik
aen het einde van myn werk en meen uwe
nuttige vraeg beantwoord te hebben. Ik
heb alles met weinig woorden klaer trach
ten voor te flellen, naerdien de kort-en-
duidelykheid in foortgelykende verhande
lingen moeten betracht, en den lezeren
daer door gelegenheid gegeven worden,
om van de voorgeflelde zaken gebruik te
maken. Hoe zeer ware het te wen-
fchen, dat myne en alle nuttige lesfen,
die ter beantwoording van het opgege
ven Voorftel, zullen gegeven worden
voor de N derlandfche Jeugd en derzelver
Schooien tot wezenlyk heil mogten flrek
ken! myne bede is: Wel-Ed. Heeren!
dat uwe loffeiyke pogingenhier toe aan
gewend,