of ziet men niet dat van domme Ouders ook domme kinderen en van vlugge Ou deren vlugge kinderen voortkomenja wierde in het aangaan van huwelyken meer gezien op de geftelaheiden over eenkomst van ziels-vermogens dan op andere dingen men zoude het opge noemd gevolg, welligt zonder merkelyke uitzondering kunnen opmerken 2 Is de nuttigheid van eene befchaavende opvoeding zo aanmerkelyk, men bewon- dere zich dan niet, dat ftichters van Ko- ningryken en Gemeenebesten hunne zorg aan dit huk inzonderheid hebben toege- vvyd: men leeze dat geene, 't welk rol- l 1 n (j 3 ons van Lycurgus Plato en Arifloteles heeft geboekthoe groot was de zorg ook niet, van den Burgemeefter- lyken Paulus Aemilius, van welken plu- tarchus ("4) ons verhaalt, dat Hy de bekwaamfte leermeeheren voor zyne kin deren in allerlye takken van onderwys op- DER S C H O O L E N. ^9 (a) Men vergelyke hiermede het geene mén vindt by den bekenden j. f. ja co bi in zyne Abhandlun- gen uber wichtige Gegenftande der Religion, 1. Th» p. 200-202. C 3) loco l T. iv. p. 183, 187. 4 In ejus vim 4. finsi£. cf. ROLL. K T. 1. p. 7.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 461