waard met zyne behoeftige vrouw zich kunnen oeffenen in edele weetenfchappen daar hen al den tyd van nöoden is, om hunne behoeften te vervullen niet min der ondertusfchen worden zy tot den wel- fland eener natie vereischtdan de door zichtige Wysgeer: doch deeze bedenking is haaren oorfprong alleen verfchuldigd aan oppervlakkige denkbeelden; 't is waar door weetenfchappen verftaat men ge- woonlyk, of de verfcheidene takken der geleerdheid, of de edele kunften (7): maar welke voldoende reden is 'er, waar om wy dit woord niet in eene meerdere uit gebreidheid, naar zynen oorfprong, zou den neemen zo dat men 'er door beteke nen zoude alle weetenfchappenzonder on- derfcheid, wanneer de geringde ambachts man ja! elke huismoeder, zo wel eene vveetenfchapelk in zynen kringzouden bezitten, als de diepdenkende geleerde: wil men het woord dit zyn oud burger recht niet vergunnen, men flaa my ten minden toe het zelve in dien zin ter ne der gefield te hebben Q 8 Vraa- X 4 DER SCHOOLEN. 327 (7) Ik erkenne, dat men dikwerf kunften en wee tenfchappen onderfcheidt; doch ik wil alleenlyk uit drukken dat men ook wel onder de weetenfchappen de edellte kunsten begrypt. (8) Ik behoeve niet te onderzoeken, in welken

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 469