nimmer den geringften trap van grootere volmaaktheid in hunne bedryven vertoo- nen. Wanneer nu elk mensch niet meer werktuiglyk, maar oordeelkundig te werk gaat, dan zal men hunne verrichtingen, van welk zoort die ook zyn mogen, wel ras onder de weetenfchappen Hellenen dan ook dit woord in zyne oorfpronglyke betekenis (in die ruimte, waar in wy het opgegeeven hebben) herftellen. Uit het gezegde nu kan men opmaaken dat de waare befchaat'dheid eener Natie beflaatin eene waare kennis van alle weetenfchappen, welke de welvaart van eene natie vorderten in eene waare kennis 9der zedenen in eene waare kennis van den Godsdienstte ge- lyk met eene redelyke uitoeffening van die gekende Hukken, doch eer ik hier van afftappe moet ik nog met een woord aan- Hippen in welken zin ik de zeden en Godsdienst hier wil opgevat hebben: ik zal my in geen angstvallig en hiflorisch onderzoek begeeven over het waar onder- fcheid x 5 DER SCHOOLEN. 329 (p) Ik herhaale hier het woord kennis met voor dacht, om te kennen te geeven, dat men even zeer, als in de weetenfchappen omtrend de zeden en Godsdienst werktuiglyk veelal verkeert.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 471