DER SCHOOLEN. 345 omkeerendeeen ander toedie eens toe zag, of een enkel woordje fprak over den nieuwen Schoolier het nieuwlings aan komend kind zet al een' fchrik. Meefler (of Monfieur') gaat na zyn' lloel het gebed (wisten die knaapen maar, wat het beduidewordt opgezegdnu aan 't werk terwyl eenige een voorbeeld (zo fpreekt men in de Schooien) zullen nafchryven moeten de overige in 't fpellen en leezen onderwezen wordeneen deftige Onder- meefler, of de Meefler zelv, roept zorn- migezy naderen veel al beevende zy moeten zich in orde fchaaren rond 0111 zynen leerfloel, zy moeten te gelyk fpel len of leezen, terwyl hy ziet en luistert, en met een houtje, plak, of iet anders hen opmerkzaamheid inboezemt. Das niet goed'r moet beter gaan, of ik zei je - - - - bythy'cr een toe: Het fc'hepfeltje't welk zo even in de School verfcheenen is, ziet en hoort dit, en begint te fchreien. De Meefler zal nu ook eens met eenen flatigen tred de School doorwandelenom te zien hoe het met het fchryven gaat doch zyne onderrichtingen .zo zy al. „tot verbetering flrekkenzyn meer hard, dan hartïnnemende meer gevoelig dikwerf dan geichikt om den fehryfTust opt'ewek- Y 5 kern

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 487