DER SCHOOLER 347 het verfland mede te deelen is een vreemd ding, hier denkt men niet aan, men weet 'er in 't geheel ook niet van: men fpreekt van den Godsdienst, men geeft hier 011- derwys in, maar ook dit alles is voor het geheugen men denkt aan geene befchaar ving der Zielsvermogens indien men kan leezenfchryvenen eenige waarhe den van den Godsdienst uit eenig bock napraaten dan heeft men den hoogden trap van kennis beklommenvooral indien hier by komt de kennis van eenige Fran- fche woorden, zonder dat men eenig be grip heeft van de nuttigheid dier kennis: zo ook heeft men nooit hooren reppen ("misfchien nu of dan eens in 't voorby- gaan) van de plichten welke van een Kind Huisvader Huismoeder Koop man enz. gevorderd wordenom nuttige leden van de maatfchappy te zynen voor eene eeuwigheid bereid te worden wordt 'er nog eens. een plicht behandeld het is by gelegenheid van eenen mispas van het kind welk onderwys dan nog eer redenloosdan redenlyk is. Met een woordgeheel en al verkeerd is de leiding der kinderenmen let op geene verfchil- lende temperamenten0111 naar dezelve de opvoeding interichten de boeken van welke men zich bedientzyn ook vol- ftrekt

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 489