DER S C H O O L E N. 373 fioodzaakelyke leidsvrouw zyn moet: zyn de kinderen -dout waar toe ik alleen- 3yk (in de kleinfte kinderen) betrèklyk maake het moedwillig verfcheuren van een of ander ofwanneer zy malkanderen weezenlyk kwaad aan doen dan moet men zich wel wachten hen aanftonds toe- tefchreeuwen te dreigenof te liaan men moetom tegen zulk kwaad doen eenigzins vooraf zorg te draagen, op het verfchil der temperamenten acht geeven indien dezelve voldrekt drydig bevonden worden, kan men die kinderen voor eerst van malkanderen zetten ook moet men wel opmerkenof het een of ander kind ligtelyk geraakt is (een gevolg van eene dwaaze opvoeding !J) ook dit maakt on- dërfcheid in de behandeling van den bele diger. Indien nu de daad daar iszo zal men op eene redelyke v/yze met hen han delen men zalzemet de grootfte zagt- zihnigheiden met betoonen van mede- lyden, afvraagen, wat zy gedaan hebben en waarom? men zal hen het kwaad in zy- nen aart en gevolgen voorhouden; of kun nen zy die redeneeringen, ten minden in haar geheelniet bevattenmen zal ze op eene andere wys redelyk behandelen: by voorbeeld, is 'er een kind 't welk een ander knypt, of krabt; men zal het fterk A a 3 aaji-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 515