'374 VERBETERING aanzienen wyzen op die plaatsalwaar het geknepen, of gekrabt heeft: men zal het hoofd fchuddenenis de beledigde een kind, het zelve iet goeds of aange naams geevenin tegenwoordigheid van den kwaaddoender Haat dit dien knaap met aan fchreeuwt hy men zal hem nimmer genoegen geevenmaar op de be ledigde plaats wyzen, en het hoofd bly- ven fchudden; verdubbelt hy ondertus- fchen zyn gekryt, men zal, in dien uiter- ften noodhem eerder met zagte llaagen tot bedaardheid brengen dan door het geeven van 't geene, waarom hy tansch dwingt de zaak verandert indien da knaap niet eenig ander kindmaar of zy- ne Ouderenof iemand anders beledigd heeft, en ook voor redeneeringen nog on- vaebaar is, of fchynt: men zal, gelyk ook in het voorige geval eerst redenen be proeven dewelke vroeger ingang vinden clan men wel zoude denken verder zal men het kind iet in het oog doen krygen 't welk aangenaam isde knaap zal 'er wel aanftonds op wyzen, en het zelve begee- rcn, maar men zal het hem volftrekt wei geren wyzende op 't geene hy gedaan heefc. Zyn de kinderen tot meerdere jaa- ren gekomenmen zal hen het kwaad uit alle zyne oogpuntenmet alle zyne gevol gd

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 516