DER SCHOOLER 38*
fangendoch dit niet kunnende gefchie-
den en andere by hunne Ouderen geen
tocviugt hebbende; van waar dan pennin
gen tot dit einde gehaald van waar het
noodig onderhoud der Oppermeefters Ik
zou myn Vaderland onëere aandoen, in
dien ik dacht, dat veele Bewoonderen van
hetzelve niet aanflonds gereed zouden zyn
om de behulpzaame hand te bieden: zou
de elke Provincie (mag ik niet wel zeg
gen, elke Stad, indien ik aan het geene
in onze dagen gefchieat gédenke) de ge
ringe zom van omtrend vier duizend gul
dens niet kunnen opbrengen vier honderd
perfoonen zouden dit zonder eenig nadeel
kunnen by een brengen wie toch zou
hier toe onwillig zyn, daar de kinderen de
dierbaarlle panden zyn, welke men bezit;
en daar, van de opvoeding der kinderen,
niet alleen de welvaart van alle Maatfchap-
pyen en Genootfchappenmaar ook en
vooral van den Oeconomifchen tak af
hangt Al moeiten zelvs onze tegenwoor
dige Genootfchappen of de Oeconomi-
fche tak, een gering gedeelte van hunne
fchatten hier aan hefteden; welke zwaa-
Daarenbovendeeze onkosten worden
ftlleen voor zekeren tyd gevorderdvoor
drie 3