VERBETERING wel raé derzelver onderfcheidene begrip» pen bemerken. Of hy wel dat byzonder vermogen heeftom zich in de genegenheid der kinderen in te wikkelen Hier toe be hoort hy zich altoos effenbaar te houden, geen wreed gelaat te vertoonen noch ook altyd de kinderen te berispen of te bedillen. Of hy het Caracter wel heeft, om zyn Meelterlyk gezag te bewaaren? Waar toe vriendelyke gemeenzaamheid in den dage- lykfchen ommegang met deftigheid gepaard moet gaan. Of hy de konst bezit, de kinderen voor al te gewennen tot gehoorzaamheid en 't geen men wel bedagt bedreigd heeft,uit te voeren het eens geweigerde niet toe te Haanen de billyke opgelegde flraffen ter uitvoer te brengenzonder zich door fchreienpruilen of grimmende houdingen daar van te laaten verzetten Hoe meer van de opgenoemde verëisch- ten in een' Schoolmeeller plaats hebben, hoe minder verbeteringen 'er zullen noo- dig zyn en zoo is het ook omgekeerd, AU er geen wyze, enz. IV,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 544