414 VERBETERING
VIII. Spellen (g).
Het wel fpellen legt den eerften erS
besten'grond van wel te leezen, en goed
te fchryvenen mangelt het hier aan
alle hoop tot eene verdere befchaafde vor
dering zal in rook verdwynen. Niet zel
den volgt men in deezen de gewoonte der
Stad of van 't Dorpdaar zich de Schoo
ien bevinden. By veelen heerscht eene
onaangenaame gewoonte; men laat, by
voorbeeld, fpellen: AapAai, Handen
HoofdHaazenHarten HaaienHout
HoopEzelEenElEyen men laat
toe dat zy uitfpreekenHaap, Haal, An-
den, Oofd, Aazen, Arten, Aaien, Out,
Oop, Hezel, Heen, Hel, Hey, en hon
derd diergelyke meer. Dit dient vooral
verbeterd. Als er geen wyzeenz.
[De ondervinding leert, dat de Mee-
fteresfen vooralen fommige Meefters
na dat de kinders het AB. kennen min
der werk maaken van het A, B. Ab, en
B, ABa, (dat is de eenvoudige fyl-
laben van twee letteren) voor reden ge
vende, dat de kinders dit uit het hoofd
.nazeggen zonder in 't boek te zien. Dies
brengen zy hen al fpoedig tot het O, n,
On f
(g) Boven bl. 266, 360, 369,