Als de kinderen iets leezen, dan is het de fpelling van een andermaar als zy zelfs iets zullen fchryven, dan moeten zy hunne eigen fpelling gebruiken: derhalven moet in de Schooien' byzonder hier op ge let worden, dat de kinderen, niet alleen eene goede, maar ook eene vaste bepaal de fpeding aanneemenen hun de grond regelen der Spraakkonst ingefcherpt wor den. Doch wil men de woorden, klaar maar kaar daar enz. met aa of aa fpellen, 't is my eveneens: elk gevoelen heeft onder de Taalkundigen zyne voor- ftanders. Zoo is het ook omtrent andere woorden. Waarom de Geleerde Heer A, Kluit in de Voorreden voor Hoog ft rate ft bladz. 11. zegt: Zoo weinig er twee gras- fcheutkens elkander gelyk zyn zoo weinig vindt men er thans tweewier fpelling met den •v DER SCHOOLEN. 419 tende Perfoonen, als Koning, Prins, Graaf, enz. met een kleinen letter vooraan gefchreven zoo ook de 11 aam en van Steden als Middelburg Vlislingen Vere, enz. Dit ontmoet men ook wel in de Eer-Tytels van Bnrgemeelter, Vroedfcbap, Scheepen, Predikant, en dergelyke: Doch hierop moet byzonder gelet worden, in bet Schryf-onderwys der Kinderen. Ook dat een nieuw Hoofdftuk of Redenof Vers altoos met een grooten of hoofd-letter moet begonnen worden, Dd 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 559