DER SCHOOLEN. 443 ben zeiven en anderenhoe zy van hunne geboorte tot op een" zekeren ouderdom met de grootfte zorge gevoeden van het noodige door hunne Ouders voorzien wor den, en hoe ze zonder deze haar hulp, by haar eerfte levenslicht al zoude zyn omgeko men. Hier uit kunnen zy danleeren, hunne afhanglykheid en verpligtinge tot wederliefde aan haare Ouders. Uit hun zeiven en het befchouwen van anderen zien ze hoe hun ftoffelyk lichaam voea- zel en dekzel noodig heeften wat hunne Ouders daar voor moeten doen om hun zulks te bezorgen. Dit leert hun dan al vroeg hoe de mensch gefchikt is om in het zweet zyns aanfchyns zyn brood te winnen. Dit zyn de prikkels die de Jeugd moeten aanzetten tot werkzaam heid.Uit de eigenliefde, die het beweeg rad van hunne Idnderlyke daaden isen waar van zy telkens nieuwe gewaarwordin gen erlangenkan hun het fchadelyke en voordeelige aangewezen worden. Ziet men dat hunne geest toeneemt in vatbaarheid dan haalt men de gordyn van 's Werelds Toneel eens voor hun op, en vertoont hun hoe haar ftoffelyk lic haam van de wieg tot den mond des grafs aan geduurige veranderingen onderworpen is. Daar zien zy in dit Menfchelyk fchouw-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 583