468 AANHANGSEL, nootfchap reeds verzonden had. Ik zal hier toevolgends bekomen vryheidden Lezer het begin mededeelen van mynen brief, ter beöordeeling van de laatst inge komen Verhandeling aan den Heer Se cretaris gefchreven uit Amfterdamden 12 Juny 1780. Het kan myns oordeelsgeen be- 3, denking lyden, of deze Verhandeling, ingenuas didicisfe &c.my van Midöel- burg, door den Heer Prof. Te Water, met eene bygevoegde Misfive van den 6. dezer, toegekomen, munt verre uit boven alle de anderendoor my geëxa- mineerden voorleden week met myne beöordeelingenUweled. toegezonden. Ik twyfele geen oogenblik, of het een- parig advys der Heeren Examinatoren zal daar op uitlopendat deze verhan- deling verdiende met den gouden Eere- prys bekroond te wordenware de Au- theur geen lid van de Maatfchappye [en daar door van het dingen naar den prys uitgefloten.] Het verftrekt intus- fchen het Genootfchap tot eere, zulk een kundigen en werkzamen Man 011- der deszelfs leden tellen. Geen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 608