480 AANHANGSEL' van 't algemem kunnen zynblykends V geezz zie ondervinding daar van leert". Van waar de Opfteller dit laatfle hebbeof op welke plaats hy doele is my onbekend. Ik heb van tyd tot tyd onderzogt, te U- trecht, Delft, RotterdamSchiedam, Hoorn enz. alwaar men zedert eenige jaren de Arm-fcholen als uit de laagte op ge trokken en in een bloejenden ftaat gebragt heeften nergens iets dergelyks maar van alle kanten het tegengeftelde verno men, en door proeven bevestigd gezien. By voorb. te Rotterdam had men de groot- fte moeite voor dezen om de kinderen der bedeelden op een ambagt te krygen en te houden't meerder deel van beide kun ne wierden ftraatloperslediggangersdie geen lust hadden om onder 't opzigt van Bazen of Vrouwen te komen, als zynde, door hun opvoeding aan woestheid en bandeloosheid gewendDit getal was van tyd tot tyd toegenomenwaar door de hef fe aldaar in de jaren 1770 en 1771 zoo dik en vuil wierd dat ze den wyn dreigde troubel en aan 't werken te maken. De vermenigvuldiging derarm-bedeelingen be gon alle maat te buiten te gaan. De ftout- heid van 't laagfte gemeen begon tot een fchroomlyken trap te klimmende groote nteenigte van opfchietenden jongenszon der v

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 620