LX
boeg, en trachtten met Holland en Zeeland vrede te
maaken; doch de onderhandelingen daar over te
Breda gehoudenliepen vruchteloos af, en die twee
Provinciën flooten daarop een verdrag van veree-
niging tusfchen haar beide, en droegen het hoog
bewind der Regeering, zoo lang het Oorlog duu-
ren zoude, op aan den Prins van Oranje.
Dus begon de kryg op nieuw, en de Span
jaarden behaalden niet alleen in Holland verfchei-
den Voordeelenmaar zy deeden ook een inval
in 't land van Schouwen in Zeeland, waar door
zy den toegang voor die twee Provinciën tot
elkanders hulp, zoodanig affnedendat alles ho
peloos begon te wordenen de Prins van Oranje
zelf, die anders alle gevaaren tartte, nu ook den
moed fcheen op te geevenen voorfloeg de Mo
lens te verbranden, de Dyken door te ileeken
met Vrouwen en Kinderen, en wat men mede kon
voeren, fcheep te gaan, het Land te verlaaten,
en een ander Vaderland op te zoeken. Dan, in
zoo een hachlyk tydftip toonde god, dat by Hem
noch uitkomst was, en dat de fterflyke mensch
tegen Hem niets vermocht. Iiy fneed den levens
draad van den Spaanfchen Landvoogd, de Reque-
fens, fchielyk af, waar op de Spaanlche Soldaa-
ten overal aan het muiten floegen 't geen de mees
te Nederlanden in de noodzaakelykheid bracht om
met Holland en Zeeland een Verdrag aan te gaan
't geen den 8 November 1576 geflooten werd,
en bekend is by den naam van de Gendfche Paci
ficatie of bevreedigings men verbond zich daar
by, de Spaanfche Soldaden uit het Land te dry
ven, den Godsdienst te regelen, en de Steden,
die onder het Stadhouderfchap van den Prins be
hoord