AANHANGSEL. 491 kenmoet er noodzakelyk nog iets by komen't geen het wezenlyklle en de ziel van alles is namelyker moet ge- zorgd worden voor eene bekwaame ge- legenheid, om regt gefchikte Meeiters of Nederlandfche Prteceptorenaante- kweeken en te formeeren. De midde- len daar toe voorgeflagen verdienen, voor zoo verre zy uitvoerlyk zyngroo- telyks opmerking. Het ware misfchien goed dat in elke Provincie van 011s Ge- meenebest op een twee of drie plaatfen in dezelveeen foort van Hoo- ge School wierd aangelegddaartoe ee- niglyk ingerigtom jonge lieden die lust vonden om zich tot dat werk te fchikken daartoe opteleiden, en alle die kundigheden (onder een goede dis- cipline toe te dienen welke er nodig wareom de vereischten te verkrygen welke door de opllellers der onderfchei- den Verhandelingenbillyk in bekwame Meefters, gevorderd worden. Of an- derszins moest men de Scholen der hooglle clasfis in elk der voornaamfte Steden (volgends het plan van den Schryver onder de zinfpreuk Ingenuas didicisfe &c.Komt Scholen geheten en s, nae dat fraaje ontwerp ingerigt daar toe onder anderen belleden. In welken ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 631