55 33 33 33 33 33 33 33 33 3> 33 35 33 33 33 33 33 33 33 53 33 33 33 33 33 33 33 AANHANGSEL. 499 ment maakt aan de Natie, in welke hy is ingelyfd. Onze taalwordt ze llegts behoorlyk geleerd, en geoefend, heeft die bevalligheiddeftigheiden nadruk dat men zich dezelve noch aan het Hof, noch in de Paleizen der aanzienlyken onzer Natie, behoeft te fchamen, noch eenige reden heeft, om het gemeen zaam gebruik der Franfche of eeniger andere taleboven dezelve te verkie zen ten zy men tot een regel van wel levendheid wilde aannemen, dat men al het Nationale, als te gemeen, moe- te kleinagten en het vreemde den voor rang geveneen regel die andere Na- tien met veel genoegen den Nederlan- cleren alleen wel zullen willen overla ten althands men zal nog wel wat wag- teneer men aan de Duitfche Fran fche Engelfche hovenen in derzelver aanzienlyke huizendie beleefdheid of wellevendheid aan de Nederlanders zal zien bewyzen, dat men, ten hunnen gevalle, in 'tfpreken en prediken, hun ner tale zoodanige hulde doeof eenen welbefpraakten Nederduitfchen Rede naar boven eenen van gelyke bekwaam heid, van hunnen Land-aart en fprake de voorkeur geve. I i 2 ?3 Kor- 33 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 639